Deze routine helpt de leerlingen om kritisch na te denken over bepaalde stellingen. Ze leren dat een verhaal niet zwart-wit, maar dat je steeds rekening moet houden met de context. Ze nemen verschillende standpunten in en leren zinvolle argumenten aanhalen.
Deze routine kan in veel verschillende lessen gebruikt worden, zolang er een nuttige stelling is waarover kan gediscussieerd worden. De routine gaat als volgt: 1. Breng een stelling aan waarvoor zowel positieve als negatieve argumenten kunnen worden aangehaald. 2. Vraag de leerlingen naar hun mening over de stelling. 3. Laat de leerlingen op zoek gaan naar feiten (die de stelling zowel positief als negatief bevestigen) en vragen. De leerlingen stellen vragen bij de context. Wat als...? 4. Vraag de leerlingen tot welke nieuwe ideeën of inzichten ze gekomen zijn. Kunnen we nu met de klas tot een eenduidig besluit komen of laten we het antwoord in het midden? Tips & tricks: - Het is niet erg als de leerlingen in de eerste fase nog geen duidelijke mening hebben over de stelling. Misschien weten ze er nog niet voldoende over. Moedig hen aan om samen met de klas naar waardevolle argumenten te zoeken en zo meer te weten te komen. Laat de leerlingen eventueel extra informatie opzoeken. - Daag de leerlingen uit om kritisch na te denken en verder te kijken dan de voor de hand liggende zaken. Zorg ervoor dat ze hun blik verruimen. - Zorg voor een stelling met voldoende argumenten langs beide kanten. We zijn niet op zoek naar een vraag met een eenduidig antwoord. Het proces van het denken is hier hetgeen waar we het meest belang aan hechten. Bekijk hiernaast: - instructies - lesvoorbeeld (of aanzet tot) - mogelijk bordplan |
|